materniteit

De dienst anesthesie is tevens nauw betrokken bij de materniteit in het Imeldaziekenhuis. Op deze pagina vind je wat meer info over een epidurale bij je bevalling en de verdoving bij een eventuele keizersnede (sectio).

Rechtstreeks naar 
toestemmingsformulier

Wat is epidurale pijnbestrijding?

Dit is een techniek die door anesthesisten wordt toegepast, waarbij een epidurale naald tussen de wervels tot bij de epidurale ruimte geplaatst wordt.  Zo wordt een dun slangetje in deze ruimte achtergelaten (catheter), langs waar vervolgens lokale verdoving wordt ingespoten.  In deze epidurale ruimte lopen de zenuwen die pijnprikkels naar baarmoeder en bekkenbodem voeren.  Het is de bedoeling om met deze lokale verdoving de pijnprikkel te blokkeren. Ook de zenuwen die naar de rest van het onderlichaam gaan, worden in mindere of meerdere mate door deze verdoving onderbroken.  Dit uit zich in spierkrachtvermindering en een voos gevoel van benen en onderbuik.

Hoe verloopt zo'n ruggenprik?

Er wordt vooreerst een intraveneus infuus geplaatst, waarlangs vocht gegeven wordt.  Dit is een voorzorgsmaatregel.Vervolgens zal u gevraagd worden om ofwel te gaan zitten op de rand van het bed, ofwel om u op de flank te draaien in “foetushouding”.  De bedoeling is de rug zo bol mogelijk te maken, zodat de ruggenwervels maximaal uit elkaar komen te staan.  De huid op de prikplaats wordt ontsmet en daarna wordt de huid in de lende lokaal verdoofd met een dun naaldje. Vervolgens zal de anesthesist u vragen stil te blijven zitten, terwijl u nog een drukkend gevoel in de rug gewaar wordt.  Eenmaal de epidurale naald op de juiste plaats, zal het cathetertje in deze ruimte opgedreven worden.  Dit kan u voelen door kleine tikjes in de rug of de benen. Vervolgens wordt de naald verwijderd en het cathetertje blijft achter.  Het geheel wordt vastgeplakt aan de huid

Wat voelt u ervan?  De prik van de epidurale naald doet door de verdoving van de huid praktisch geen pijn. Het tikken van de catheter op de zenuw kan onaangenaam zijn, maar is niet te vergelijken met contractiepijn. De volledige procedure duurt door de band niet lang.  Na een testdosis wordt de catheter aangesloten op een pompje, langs waar u continu een kleine hoeveelheid verdoving krijgt. Het duurt 5 tot 15 minuten voordat u hiervan effect op de pijn voelt.

Het verdere verloop

Tijdens het verdere verloop van de bevalling wordt uw bloeddruk, polsslag en urinedebiet regelmatig gecontroleerd.   Het niveau van de pijnstilling wordt ook in de gaten gehouden.  Verder wordt de conditie van uw kindje natuurlijk ook bewaakt. Naast de continue infusie van pijnverdoving kunt u zelf ook een actieve rol spelen in het controleren van de pijn.  U krijgt een drukknop, waarmee extra pijnverdoving gegeven kan worden.  Dit systeem verhoogt dikwijls de tevredenheid, omdat u het niveau van pijnstilling zelf kan bepalen.  Wel dient u er rekening mee te houden dat het ongeveer 5 tot 10 minuten duurt, alvorens de pijnstillende bolus die uzelf toedient, begint te werken.  U hoeft ook niet bang te zijn om uzelf te veel toe te dienen, vermits er een maximum wordt ingesteld in de pomp. Het verdere verloop.Zolang de arbeid duurt, kan u van deze epidurale pijnverdoving genieten.  Na de geboorte wordt de pomp stil gezet, de catheter wordt verwijderd.  Dit is volledig pijnloos.In het geval dat een keizersnede nodig is, kan via de epidurale catheter extra pijnverdoving gegeven worden, waarna de keizersnede zonder extra prikken kan doorgaan.

Nevenwerkingen bij een 'epidurale'

Een epidurale pijnverdoving kan een bloeddrukval veroorzaken. U ervaart dit voornamelijk doordat u zich niet lekker, duizelig, ijl in het hoofd voelt.  Het is belangrijk dat u deze klachten meldt. U zal dan op de zij gelegd worden en de bloeddruk zal verder opgevolgd worden.  Een bloeddrukdaling is niet goed voor uzelf, maar ook niet voor uw baby 

Blaasfunctie: soms verliest u de controle over uw blaas, daardoor voelt u niet of de blaas gevuld is.  Om deze reden zal de vroedvrouw regelmatig uw blaas controleren.  Jeuk: jeuk kan optreden, maar is zelden een groot probleem.  Behandeling ervan is nog minder frequent. 

Rugklachten: rugklachten tijdens de zwangerschap en rondom de bevalling komen bij 5 tot 30% van de vrouwen voor.  Rugklachten na een bevalling met epidurale pijnstilling wordt niet rechtstreeks door de epidurale catheter veroorzaakt, maar zijn vermoedelijk eerder te wijten aan een langdurig en ongebruikelijke houding tijdens de bevalling, met stress op veel zenuwen, het bekken en de wervelkolom. Dit is onafhankelijk van het gebruik van epidurale pijnverdoving.  

Hoofdpijn: ongeveer bij 1% van de patiënten treedt er hoofdpijn op na epidurale verdoving. Dit is een vervelende maar onschuldige complicatie.  Een kleine fractie van deze 1% zal door de anesthesist verder moeten behandeld worden door een specifieke ruggenprik ("bloedpatch").  

Overige bemerkingen: op de plaats waar de epidurale naald ingebracht wordt, is er veel plaats en lopen de zenuwbundels ver uit elkaar.  Een verlamming door de ruggenprik is dan ook bijna onmogelijk.  Een epidurale verdoving doet het aantal keizersneden niet toenemen.Bij ongeveer 5% van de vrouwen is het pijnstillende effect van een epidurale verdoving onvoldoende. Dit is meestal omdat de verdoving éénzijdig werkt.  Heel vaak is epidurale pijnverdoving asymmetrisch in karakter, maar in zeldzame gevallen is er volstrekt geen pijnverdoving aan 1 kant.  Het opnieuw uitvoeren van de ruggenprik kan hier soms een oplossing bieden

Wanneer is een epidurale pijnverdoving minder aangewezen? In bepaalde situaties is een epidurale pijnstilling onwenselijk, bijv. bij bloedstollingsproblemen of infecties.  Zo ook bij sommige neurologische aandoeningen, bepaalde afwijkingen van de wervelkolom of specifieke voorafgaande operaties aan de wervelkolom.

Anesthesie bij een keizersnede (sectio)

Er zijn twee mogelijkheden voor verdoving tijdens een keizersnede: met een ruggenprik of onder algemene narcose. Welk soort verdoving voor jou het meest geschikt is, is afhankelijk van een aantal factoren. Wordt het een geplande keizersnede of krijg je mogelijk te maken met een spoedkeizersnede? Ook is de verdoving afhankelijk van de reden voor de keizersnee.
De ruggenprik (spinale anesthesie)
De meest voorkomende soort van verdoving tijdens een keizersnede is de ruggenprik, ook wel spinale anesthesie genoemd. Dit is een ander soort ruggenprik dan de 'epidurale' die tijdens de bevalling kan krijgen: de verdoving zal o.a. veel sneller werken. De verdoving wordt ingebracht tussen de wervels, in de vloeistofruimte die zich bevindt rondom de grote zenuwen in het ruggenmergkanaal. De injectie blokkeert de zenuwbanen die de pijnprikkels vanuit je buik naar je hersenen sturen op enkele minuten tijd. Vervolgens word je neergelegd en aan wat monitoren aangesloten. De operatie kan kort nadien plaatsvinden. Je maakt alles bewust mee, samen met je partner. 
Volledige narcose
Een zeldzame keer, zal er voor worden geopteerd om je een algemene narcose te geven. Deze werkt heel erg snel. Daarom krijg je de stoffen pas zo kort mogelijk voor de ingreep toegediend. Je bent tijdens de voorbereidingen op de keizersnee in de operatiekamer dus nog volledig bij bewustzijn. Daar zijn artsen en assistenten druk bezig met andere dingen, terwijl jij de eventuele (pers)weeën gewoon moet blijven opvangen. Dat kan erg vervelend zijn. Tijdens de operatie krijg je een buisje in je luchtpijp voor de beademing. Daar voel je niets van. Achteraf kan je wel een beetje keelpijn hebben hierdoor. Bij een algemene narcose moet je partner meestal wachten op de gang of in de wachtkamer.